Goede persvoorlichting betekent hard werken: je voorbereiden, plannen en weten wat er speelt. Zowel bij het bedrijf als bij de media. Je kunt veel voorbereiden en creatief nadenken over actualiteiten en issues, maar ook in ons vak ondervind je soms ook die lekkere en gezonde dosis toeval en geluk.
Tien jaar geleden had ik mijn eerste opdracht van mijn eerste klant: Yellowbrick, nu een bekende parkeerapp, maar toen nog volstrekt onbekend. Het ‘bricken’ (het starten en stoppen van een parkeertransactie) stond nog in de kinderschoenen.
Met het persbericht over de Yellowbrick app voor me in m’n klamme handen, belde ik de Telegraaf. Zij schrijven veel over auto’s en verkeer en zijn groot voorstander van het principe ‘niet teveel betalen’. Ik belde en kreeg (toevallig) een bekende aan de lijn. Dat maakte het gesprek wat makkelijker want – eerlijk is eerlijk – ik vond het maar wat spannend om te bellen! Hij zag in de Yellowbrick-app een goed verhaal en er werd ruimte gereserveerd op pagina 7 van de vrijdagkrant. Ik was tevreden en Yellowbrick ook, want de rechterpagina wordt nou eenmaal sneller gelezen dan de linkerpagina. Op vrijdagochtend pakte ik de krant en stond tot mijn verbazing het artikel op de voorpagina!
Waarom ineens de voorpagina?
Er was die nacht een adverteerder uitgevallen en dit bericht leende zich uitstekend voor de vrijgekomen ruimte. Voorpaginanieuws betekent automatisch een niet aflatende lijst van bellers en doorplaatsingen van het nieuws. Wilbert Witkamp van Yellowbrick stond verschillende ochtendradioshows te woord en het nieuws stond dat weekend in de regionale dagbladen.
 
Geluk heet dat.
Maar is het wel geluk? Of goed vakmanschap. Je krijgt immers alleen dit geluk ‘in je schoot’ geworpen omdat je je verhaal bij de krant hebt liggen. Je kunt wel bidden dat je de staatsloterij een keertje wint, maar je moet dan wel een lot hebben gekocht.
In de afgelopen tien jaar hebben we wel vaker geluk gehad. Adverteerders die uitvallen of er is meer redactionele ruimte dan we hadden verwacht waardoor het artikel groter uitpakte of lag ‘ons’ boek bovenop de stapel wanneer de hoofdredacteur vraagt of “iemand nog een tip heeft” en de redacteur direct het boek omhooghoudt. Of onze klant wordt meegenomen in een overall verhaal.
Maar ook hebben we te maken met ‘onzichtbaar geluk’. Dat onzichtbare doet zich bijvoorbeeld voor als redacteuren toevallig via mond-tot-mond al over een specifiek onderwerp hebben gehoord. Zich door privéomstandigheden een prima beeld kunnen vormen over het onderwerp waarover je belt of er simpelweg veel affiniteit mee hebben. Voor een verhaal rond een rolstoellift heb ik eindeloos gebeld met redacties. Bij redactie nummer 12 reageert de redacteur verrassend positief. Als ik na weken vraag waarom, blijkt dat de geïnteresseerde redacteur zelf invalide is en persoonlijk interesse had in zo’n bijzondere lift. Alle andere redacties vonden dit zo’n a-sexy onderwerp dat ze er niets mee wilden doen; deze redacteur zag onmiddellijk de voordelen.
Geluk kun je gedeeltelijk afdwingen, door goed werk, door kennis, door goede voorbereiding. En geluk zit soms ook gewoon in een klein hoekje. Maar geluk krijg je ook door er te líggen met je verhaal of je boek. Vaak heb je een lange adem nodig voor een goed resultaat en soms is het in een p**p en een zucht gebeurd. In beide gevallen genieten we van dit (kleine) feestje.