De tien afgebeelde zoogdieren: De bunzing, otter, hermelijn, das, vleermuis, zeehond, wilde kat, das, vos en wolf zijn zogenaamde cultuurvolgers. Bij hun verspreiding maken ze gebruik van de mogelijkheden die de mens hen biedt. Ze hebben – in tegenstelling tot cultuurvlieders – weinig angst voor de mens. Ook in de planten-, insecten- en vogelwereld zijn cultuurvolgers en -vlieders te vinden.
De zoogdieren zijn de enige dieren die een met haren bedekt lichaam hebben. Het haar van niet-menselijke diersoorten (vacht) is karakteristiek voor alle zoogdieren, al komt het bij sommige soorten voor dat haar afwezig is gedurende bepaalde fasen van het leven. Bij enkele zoogdieren, waaronder de mens, is de huid spaarzamer behaard. Walvissen zijn vrijwel onbehaard en ook de naakte molrat is, op enkele tastharen na, kaal. De belangrijkste functies van de haren zijn het vasthouden en verliezen van lichaamswarmte. Ze kunnen ook een andere functie hebben, als camouflage of voor het imponeren van tegenstanders. Sommige haren hebben een afwijkende functie, zoals verdediging (de stekels van bijvoorbeeld egels en stekelvarkens) of voor de tastzin (bijvoorbeeld snorharen).
Er zijn wereldwijd ruim 5.500 zoogdieren. Nederland telt in totaal 58 zoogdiersoorten die zich hier op eigen kracht hebben voortgeplant en wordt door een dertigtal zoogdieren periodiek bezocht door dwaal- en wintergasten. De meeste dwaalgasten passeren Nederland langs de westkust. De wolf wordt nog gezien als dwaalgast omdat deze zich in Nederland nog niet tien jaar op eigen kracht heeft voortgeplant.
Een gezamenlijke inzet is nodig om de schoonheid van de natuur in Nederland in stand te houden. Met deze nieuwe serie postzegels brengt PostNL een ode aan de verscheidenheid van de natuur in Nederland. Die is veel groter en belangrijker dan we denken.