De bitterbal is een afgeleide van de Franse vleeskroket, op zijn beurt een afgeleide van de risolles. In die vorm bestaat het gerecht al sinds de Romeinse tijd. Het recept van de Franse croquet werd door de kok van Lodewijk XIV in 1691 opgetekend in het boek Le cuisinier royal et bourgeois. Naar verluid werden de overblijfselen van de vleesmaaltijd, in de vorm van een ei en gepaneerd, opgediend als bijgerecht. De bitterbal is in deze soort het kleinste gepaneerde vleesragoutballetje. De Tilburgse Bitterballenkoningin Ilona de Wit heeft begin dit jaar een succesvolle aanvraag gedaan om de bitterbal op de lijst van immaterieel erfgoed van Nederland te krijgen.
Het belang van de kroket en de bitterbal wordt in 1993 duidelijk. Jan Peter Balkenende diende een motie in waarin hij pleitte voor een bepaling dat de gemeenteraadsleden recht hebben op een kroket als de raadsvergadering tot na 23.00 uur duurde. Deze motie is aangenomen en is nog steeds van kracht. In de motie is bepaald dat een kroket of gelijkwaardige (vegetarische) snack wordt geserveerd als de vergadering tot na 22.00 uur duurt. In Nederland worden 300 miljoen kroketten per jaar geconsumeerd en minstens evenveel bitterballen. Dat zijn er zo’n 25 per persoon per jaar.
PostNL besteedt met de postzegelserie Typisch Nederlands dit jaar aandacht aan etenswaren en gerechten die kenmerkend voor ons land zijn. Op deze 5e postzegel staat de bitterbal centraal. Na de rookworst, hagelslag, de wortel en de tompouce, is het nu de beurt aan de bitterbal; hekkensluiter van de serie Typisch Nederlands. Op de eerstedagenvelop heeft de NVPH de mosterd en vlaggetjes erbij betrokken. En voor de liefhebber de receptuur op de envelop gezet.
De NVPH is de vakorganisatie voor de beroepspostzegelhandel in Nederland. De Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren is in 1928 opgericht. Jaarlijks geeft de NVPH de postzegelcatalogus uit en ontwerpt ze, in samenwerking met PostNL, zo’n twintig verschillende eerstedagenveloppen. De NVPH heeft 117 leden.